2007 - Woyzeck

Een tijdloos, modern meesterwerk van Georg Büchner in regie van Jan Wils.

Soldaat Woyzeck verdient enkele stuivers door zijn kapitein te scheren, zijn lichaam aan te bieden voor de experimenten van de dokter. Na overspel van zijn vrouw, neemt de jaloersheid bezit van hem en doodt hij haar.

Dit schijnbaar eenvoudige en vanzelfsprekende verhaal reikt wijder dan sociale onderdrukking en een passionele moord. Een deel van de woorden blijft bij de aardbodem steken. Een deel blijft ver van ons in de ruimte hangen, zoekend en tastend naar wat meer zicht op de universele beperkingen en tragische elementen van het bestaan.

Personages

Woyzeck  

Andres  

Marie  

Margreth  

Tamboermajoor  

Kapitein  

Dokter  

Oude man  

Kermisomroeper  

1ste arbeider  

2de arbeider  

Straatverkoper  

Karl, de idioot  

Grootmoeder  

Käthe  

Muzikant  

Medewerkers

Regie

Vertaling

Harry Wils

Regieassistentie

Licht

Geluid

Kostuums

Rekwisieten

Grime

Affiche

Jan Wils

Catherine De Somer

Foto's

Marijke Bisschops

Voorstellingen

16 maart 2007 (Vrijdag)

17 maart 2007 (Zaterdag)

23 maart 2007 (Vrijdag)

24 maart 2007 (Zaterdag)

Zaal Rex, Spoorwegstraat 11, 2910 Essen

Repetitie foto

Luc

Woyzeck

Het historische gegeven (J.C. Woyzeck vermoordt zijn minnares J.C. Woost op 21 juni 1821) wordt door Georg Büchner, geboren 17 oktober 1813, op realistische en poëtische wijze, in korte, compacte episoden verwerkt tot een tijdloos, modern meesterwerk van het theater.

Georg Büchner

Georg Büchner
1813 - 1837

Hij was zijn tijd vooruit door, in 1836 een sociaal-kritisch drama met een proletarische hoofdfiguur te creëren. Naar alle vermoeden werden de teksten in 1836 neergeschreven, want het stuk raakte niet klaar en Büchner stierf het jaar daarna op 19 februari aan tyfus op 23 jarige leeftijd.

De laatste drie jaren van zijn leven schreef hij oa "De Hessische Landbode" (het eerste politiek-revolutionair pamflet in de Duitse taal), de theaterteksten "Dantons dood", "Leonce en Lena", "Woyzeck" en de novelle "Lenz".

Deze teksten bezorgden Georg Büchner later wereldbekendheid en steeds wordt wel ergens ter wereld een voorstelling van Woyzeck gecreëerd.

De regisseur over Woyzeck

Misschien vaker dan we zouden willen, dringt de gedachte of het gevoel zich bij ons op veel tijd, aandacht en energie nodig te hebben voor ons eigen kleine wereldje. De Woyzekcs en Maries van vandaag herkennen of zien we niet. Of we ontwijken ze. Wel hebben we theorieën en discussies over hen. Mooie, boeiende, geëngageerde theorieën en gesprekken. Vele woorden die geregeld blijven steken, in een strijd om het gelijk. Een strijd soms getekend door hoogtepunten van kinderachtigheid.

Een spel te creëren dat beroert, eerder dan een dat theoretiseert was voor mij een bijna dwingende keuze. Zeker bij de weinige woorden van Büchners Woyzeck, waar zich nergens een doorgedreven analyse naar oorzaken manifesteert. Deze prachtige mix van directe, compacte teksten, acties en sferen prikkelt de zinnen van iedere theatermaker.

We focussen op Woyzeck met zijn angsten, demonen, zijn intuïtieve inteligentie, zijn gevoeligheid voor wat buiten ons bevattingsvermogen ligt. Op Woyzeck die zich ergert aan de hem omringende macht, domheid en wreedheden en daarom sneller in eenzaamheid geduwd wordt. Zijn solitaire toestand is geen reden om niet te zien dat hij tot de laagsten, de armsten behoort. Ook het razende vuur van de jaloersheid vreet aan hem.

De grens trekken waar sociale omstandigheden en de menselijke natuur elkaar raken of afzonderlijk ons gedrag bepalen, kan ik niet. Misschien moeten we samen met Woyzeck een beetje toegeven: " ieder mens is een afgrond, je duizelt als je erin kijkt". De geschiedenis die zich herhaalt, de mens die zijn beperkingen niet overstijgt, maken dat de vele flarden "puur theater" van Büchners Woyzeck steeds zullen herschikt worden voor nieuwe voorstellingen.

Om even bij Woyzeck stil te staan.

En zeker... zonder de gedrevenheid van de mensen van Pinokkelijn was het niet bij me opgekomen de scènes opnieuw te schikken.

Jan Wils

Manuscript

Bladzijde uit het manuscript van Woyzeck, met in het midden links een tekening door Büchner van de kapitein en de dokter.

Bladzijde uit het manuscript

Woyzeck Lied

Luc Brosens (Woyzeck) zong het volgende lied tijdens het etentje bij de afsluiting van het seizoen 2006-2007.

Beste vriend Andres, ik zen op den dool
De weireld dieje wankelt onder menne zool
´t is hol en de´r klopt iets, wa zou da kunne zijn
Zit er misschien ne vrijmetseleir onder ´t scène

Ik goan nor de moeder van mijne Christiaan
En da wijf hee wer twee nieve oorbellen aan
Ik zeg heur, Marie: wa denkte gij wel
Ik zen hier weg, ik goan nor het appel

Ik pak doar ne kruiwagen mej ne kapitein
En rij rij doar mej rond langs de bewegingslijn
Dieje kapitein vroagt wa da kik van ´t weer vin
En zeg hem ijskoud: het is zuidnoordewind

Ik vertel oan den dokter van menne dubbele natuur
En da´k zo veul moet pissen, bekanst ieder uur
(of: en af en toe komt er een stem uit de muur)
Den dokter die vraagt: Casus Woyzeck hoe voelt gij u nu?
En ik zeg: nie zo goe, mej al die erwten op ´t menu

Mijn Marie leest den bijbel, mar toch is´t een hoer
Nou legt ze´t wer oan mej nen majoor-tamboer
Dieje rotzak zit oak nog is zwaar oan de fles
As da zo bleft duren dan koop ik een mes

Ik goan nor de kermis en ik zien doar ne vent
Dieje zingt: op de weireld kent alles een end
De maan is precies as een heel rot stuk hout
En ik peins die Marie, die moak ik nog koud

Ik zen in de war en ik zen op den dool
Ik geef oan den Andres mijne kamizool
Ik trek mej Marie naar een groot donker bos
En doar pak ik men mes en ik steek erop los

Na de moord op Marie goane kik nor ´t cafe
´k Zuip jenever mej buskruit, het zit mijn nie mej
Van al diejen drank loop ik in ne spiraal
Totdak kom in het midpunt, en doar stopt men verhaal