1980 - De woesteling
Een komische eenakter van Anton Tsjechov in een regie van Lif Verbeeck.
Het Rusland van de Tsaren werd gekenmerkt door het immense standenverschil tussen adel en boeren.
De adel, die bestond uit grondeigenaars met één of andere militaire rang, heerste hardvochtig over zijn lijfeigenen.
Deze adel leefde volkomen van het werk van de boeren en liet zich slechts in met salonbezoeken en rijkelijke feestvierderij, geïnspireerd op het Franse mondaine leven.
De figuren die hier door Tsjechov ten tonele worden gebracht komen uit dit milieu van landeigenaars.
Zij vertolken enerzijds het decadente van die high-society wereld, anderzijds zijn zij voor de schrijver aanleiding om te graven in de diepste menselijke emoties en drijfveren. Een gevoelswereld van uitersten die door Tsjechov meesterlijk wordt beschreven.
HELENA IVANOVNA POPOV, een jonge weduwe, landeigenares
GRIGOR STEPANOVITCH SMIRNOV, landeigenaar
LOUKA, huisknecht bij mevrouw Popov
Regie
Voorzegger
Auteur
Anton Tsjechov
Vertaling
Godfried Bomans
Voorstellingen
13 januari 1980
2 opvoeringen
Gildenhuis Stationsstraat Essen